.
De leraar als inhoudelijke expert:
De verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden.
Hiaten in de eigen vakdeskundigheid detecteren en aanvullen.
De verworven deskundigheid actualiseren, uitbreiden en verdiepen.
Inspelen op onvoorziene inhoudelijke vragen en problemen.
Beheersen van de vaktaal.
De leraar bezit kennis van toegankelijke informatiebronnen en kan deze in verband brengen met het vak- en de leergebieden verbonden aan de opleiding haartooi.
De leraar als organisator:
Inzicht in het coördineren van werkzaamheden verbonden aan het vak haartooi verwerven.
Een timing respecteren en die indien nodig aanpassen.
Op een correcte wijze een aantal administratieve taken uitvoeren.
Een klas aangepast, aangenaam en functioneel inrichten.
Als verantwoordelijke waaronder taken en diensten in het kapsalon plannen, met als onderliggende competentie het werken in teamverband
Op een professionele wijze klantenservice aanbieden
Inzicht verwerven in de organisatie met betrekking tot het vlot verlopen van de aangeboden diensten in het didactisch kapsalon, met aandacht voor werkplanning, timing en teamgericht werken.
Duidelijke instructies geven.
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
Aandacht hebben voor de heterogeniteit en de diversiteit van de leergroep
Iedereen voldoende kans geven om actief deel te nemen.
Gegevens verzamelen via evaluatie- en observatievormen.
Een correcte schriftelijke taal gebruiken.
Een correcte mondelinge taal gebruiken.
De leraar als opvoeder:
Op een respectvolle en correcte wijze omgaan met de klasgroep.
De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker:
Vernieuwende inzichten uit de opleiding in zijn onderwijspraktijk aanwenden.
Eigen handelen en functioneren kunnen in vraag stellen en bijsturen.
De leraar als partner van externen:
Kunnen contacten leggen met externen, communiceren, afspraken vastleggen en samenwerken.
Zich mondeling correct uitdrukken t.o.v. leden van externe organisaties.
De nodige relaties met actoren op de arbeidsmarkt uitbouwen en onderhouden.
De leraar als cultuurparticipant:
Kunnen maatschappelijke thema's kritisch benaderen.
Beroepshoudingen:
Durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan en er ook verantwoordelijkheid voor opnemen.
Gaan op een kritische manier om met bronnenmateriaal.
Vermelden de gebruikte bronnen volledig.
Zoeken actief naar situaties om zijn/ haar competenties te verbreden en te verdiepen.
Zijn bereid om zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, o.m. middelen,doelen, mensen en procedures.
Zijn erop gericht om de taken zo nodig te plannen, ie coördineren en te delegeren, zodat het beoogde doel op een efficiënte manier kan bereikt worden.
Zijn bereid zichzelf ter discussie te stellen.