De leraar als inhoudelijk expert

- Leggen per periode linken tussen het historisch kader, de opschik en de hedendaagse tijd.
- Plaatsen documentatie aan de hand van de kunstkenmerken in de juiste periode.
- De gehanteerde bronnen correct en volledig vermelden in een literatuurlijst.
- Realiseren  delen van de lesvoorbereiding met integratie van actieve werkvormen en beeldmateriaal over bepaalde perioden uit de geschiedenis.
- De student hanteert bij alle doelstellingen een gepaste, begrijpelijke, aantrekkelijke en correcte schriftelijke en mondelinge taal
- De student hanteert de correcte spelling bij vakterminologie
- De student verwerft vakterminologie

De leraar als innovator/onderzoeker

- Wenden de inzichten verworven in de opleiding aan in de onderwijspraktijk.

Beroepshoudingen

- Durven een standpunt innemen.
- Zijn kritisch ingesteld.

De periodes chronologisch kunnen weergeven.
Verduidelijken de invloeden (opschik, algemeenheden en kunst) die de opeenvolgende periodes op elkaar hebben.
Leggen verbanden tussen het historisch kader en de verschillende onderdelen van de opschik en tussen het historisch kader en de kunst.
Aan de hand van documentatie de periode op de tijdslijn kunnen situeren, de kunst en de kenmerken van de opschik herkennen en benoemen/verwoorden.
Geven het verband met de hedendaagse tijd weer.
Actieve werkvormen bij de lessen stijlleer opzoeken, uitwerken.

 

de Oudheid
de middeleeuwen
de renaissance
de barok
het rococo
het classicisme
de periode van de Franse revolutie en Napoleon
de romantiek
de tweede helft van de 19de eeuw en de twintigste eeuw

Raadpleeg de studiewijzer voor meer details over de onderwijsorganisatie en onderwijswerkvormen in dit opleidingsonderdeel.

De onderwijs- en evaluatie-organisatie zal verlopen zoals op deze ECTS-fiches is vermeld, tenzij maatregelen moeten genomen worden ten gevolge van een overmachtssituatie en zodoende er andere onderwijs- en evaluatievormen zullen gehanteerd worden.

De evaluatiecriteria worden toegelicht bij het eerste contactmoment. OLOD: Vakstudie bio-esthetiek 3
Leereenheden:
1. Lichaamsverzorging: 2 studiepunten
2. Stijlleer: 2 studiepunten
3. Aandoeningen: 1 studiepunt
4. Cosmetologie BE : 1 studiepunt
Algemeen: Wie tekorten heeft binnen de OLOD vakstudie bio-esthetiek 3 heeft nog niet alle basiscompetenties bereikt. Om erover te waken dat alle studenten de vereiste competenties bereiken passen wij voor de OLOD vakstudie bio-esthetiek 3 de volgende regels toe:
Afspraken: 
- Bij één 9 geldt de mathematische verrekening
- Bij één tekort van 8 scoort de student automatisch 9 op het niveau van het OLOD bio-esthetiek 3
- Bij één tekort dat kleiner is dan 8 scoort de student maximaal 8 op het niveau van het OLOD vakstudie bio-esthetiek 3
- Bij een tekort van tweemaal 9 scoort de student maximaal 9 op het niveau van het OLOD vakstudie bio-esthetiek 3
- Bij twee tekorten waarvan één een 8 of kleiner, scoort de student maximaal 8 op het niveau van het OLOD bio-esthetiek 3