Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
- Taken van leerkracht op micro - meso - macroniveau interpreteren en relateren
- Wisselwerking school en mens / maatschappijbeeld illustreren
- Via gebruik van geselecteerde leerplannen en inschatting van de beginsituatie relevante doelstellingen formuleren voor een les/lessenreeks
- Werkvormen kritisch selecteren in functie van de beginsituatie/context en doelen
- Leerinhouden op een methodisch verantwoorde manier selecteren
- Leerinhouden ordenen van gemakkelijk naar moeilijk, van eenvoudig naar complex
- Een krachtige leeromgeving ontwerpen a.d.h.v. gebruik van didactische principes
- Een adequate evaluatie- en observatievorm ontwerpen
- Didactisch materiaal selecteren en/of ontwerpen als meerwaarde voor het leerproces
- Correcte schriftelijke en mondelinge taal gebruiken

De leraar als opvoeder:
- De belangrijkste taken van de leraar als opvoeder formuleren

De leraar als organisator:
- Leeractiviteiten efficiënt organiseren
- Duidelijke instructies geven
- Een adequaat management van ruimte, tijd en klimaat toelichten

De leraar als inhoudelijk expert:
- Domeinspecifieke vakkennis en vaardigheden gebruiken bij het ontwerpen van leeractiviteiten
- Hiaten in de vakdeskundigheid aanvullen
- Vaktaal beheersen en gebruiken

De leraar als innovator/onderzoeker:
- Inzichten uit de opleiding aanwenden bij het ontwerpen van leeractiviteiten
- Eigen inzichten met behulp van de docent en medestudent in kaart brengen/beargumenteren

De cursus vakdidactiek van het tweede opleidingsjaar biedt een goed overzicht van de verschillende competenties die vereist zijn in het werkveld. De concrete inhoud van de vakdidactiek LO wordt omschreven op basis van een inventarisatie van mogelijke taken die de leraar vervult in de klas (micro), in de school (meso) en in de maatschappij (macro). De taken van de leraar op het microniveau vormen het belangrijkste onderdeel en krijgen veel aandacht tijdens de opleiding van de studentleraar. De verschillende hoofdstukken worden gesitueerd binnen deze drie niveaus. De verschillende hoofdstukken zijn geplaatst binnen het LINC-model en geven de studenten op die manier ook een houvast.
Het didactisch model: LINC-model - Mens en maatschappijbeeld en schoolgebeuren - Doelstellingen in het secundair onderwijs - Bepalen van de beginsituatie - Onderwijsleersituatie: leerstofopbouw, didactische werkvormen, leraarsturing en leerlingsturing, management van tijd, ruimte en klimaat, kijkwijzers, eigenschappen van motorische vaardigheden - Didactische principes - Evaluatie - Observatie

Tijdens de contacturen wordt de theorie uit de cursus toegelicht en zoveel mogelijk praktisch en vanuit concrete casussen probleemoplossend toegepast. Vanzelfsprekend wordt dan ook van de student gevraagd om het hoofdstuk dat aan bod zal komen, door te nemen en de taken degelijk voor te bereiden. Ook wordt er een actieve medewerking tijdens de les verwacht. Alleen op die manier kan een optimaal leerresultaat verkregen worden.

Het rapport is een bundeling van verschillende taken (groepsportfolio) die de studenten gedurende de periode van de lessenreeks maken. Het is belangrijk dat de student steeds aanwezig is in de lessen vakdidactiek. Deze lessen zijn deels flankerend georganiseerd. Het zal ook nodig zijn om buiten de contacturen individueel en in groep te werken aan de portfolio.

De student is verplicht zijn afwezigheid te melden en te verantwoorden zoals beschreven in het Studiecontract van de Arteveldehogeschool. Meer concrete informatie over te verantwoorden afwezigheden is te vinden in de studiewijzer van dit olod/deze leereenheid.

De onderwijs- en evaluatie-organisatie zal verlopen zoals op deze ECTS-fiches is vermeld, tenzij maatregelen moeten genomen worden ten gevolge van een overmachtssituatie en zodoende er andere onderwijs- en evaluatievormen zullen gehanteerd worden.

Onderstaande minimumeisen gelden voor de eerste en tweede examenkans.
• Indien de student voor een evaluatieonderdeel een score behaalt ≤5/20, kan hij een totaalscore van maximum 9/20 halen voor het opleidingsonderdeel.
• Indien niet alle evaluatieonderdelen worden afgelegd, behaalt de student een 1/20 voor het betrokken onderdeel en maximaal 8/20 voor het vakdidactiek LO2.