In dit opleidingsonderdeel verwerft de student alle basiscompetenties in de reële beroepscontext.

De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
formuleert concrete doelstellingen, brengt leerinhouden aan die aansluiten bij een zinvolle context, ontwerpt krachtige en stimulerende leeromgevingen in een veilig en ondersteunend klasklimaat, gebruikt passende werkvormen en een correcte evaluatiemethodiek. Hij differentieert waar nodig;

De leraar als opvoeder:
creëert een positief leer- en leefklimaat voor leerlingen, stimuleert attitudevorming en waardeopvoeding en heeft aandacht voor de diverse (talige) achtergronden van leerlingen;

De leraar als inhoudelijke expert:
beheerst de domeinspecifieke vakinhoudelijke en vakdidactische (basis)kennis, vertaalt deze op een gestructureerde, kritische en creatieve manier naar leerlingen en integreert ICT-toepassingen. Hij is gericht op een constante actualisatie van zijn kennis via levenslang leren;

De leraar als organisator:
creëert een efficiënte en stimulerende werk- en leeromgeving naar aanpak, tijd en ruimte in de stagesetting als reële beroepscontext met voldoende aandacht voor administratieve taken;

De leraar als innovator/onderzoeker:
is op de hoogte van en integreert vernieuwende tendensen en onderzoeksresultaten binnen zijn vakdomein, reflecteert kritisch op zijn eigen functioneren en stuurt zichzelf bij;

De leraar als partner van ouders/verzorger
informeert zich over en gaat discreet om met gegevens over de leerlingen in de stagecontext;

De leraar als lid van een schoolteam
functioneert teamgericht, maakt de eigen pedagogische en (vak)didactische aanpak bespreekbaar en participeert op een dynamische en ondernemende manier aan het pedagogisch project van de school;

De leraar als partner van externen
waar van toepassing: zet de juiste communicatieve vaardigheden in om op een efficiënte en correcte manier met externe gesprekpartners om te gaan;

De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap
neemt op de stageschool deel aan gesprekken over onderwijskundige thema’s en de rol van de leraar in de samenleving;

De leraar als cultuurparticipant
informeert zich over en reflecteert op een kritische manier op algemeen sociaal-politieke, sociaal-economische, levensbeschouwelijke, cultureel-esthetische en cultureel-wetenschappelijke onderwerpen.

Beroepsattitudes:
- beslissingsvermogen
- relationele gerichtheid
- kritische ingesteldheid
- leergierigheid
- organisatievermogen
- zin voor samenwerking
- verantwoordelijkheidszin
- flexibiliteit

Om te kunnen slagen voor praktijk Afstudeerstage moet de student alle eindcompetenties behaald hebben (als zodanig verwerkt in de begeleidings- en beoordelingsdocumenten):

De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
formuleert concrete doelstellingen, brengt leerinhouden aan die aansluiten bij een zinvolle context, ontwerpt krachtige en stimulerende leeromgevingen in een veilig en ondersteunend klasklimaat, gebruikt passende werkvormen en een correcte evaluatiemethodiek. Hij differentieert waar nodig;

De leraar als opvoeder:
creëert een positief leer- en leefklimaat voor leerlingen, stimuleert attitudevorming en waardeopvoeding en heeft aandacht voor de diverse (talige) achtergronden van leerlingen;

De leraar als inhoudelijke expert:
beheerst de domeinspecifieke vakinhoudelijke en vakdidactische (basis)kennis, vertaalt deze op een gestructureerde, kritische en creatieve manier naar leerlingen en integreert ICT-toepassingen. Hij is gericht op een constante actualisatie van zijn kennis via levenslang leren;

De leraar als organisator:
creëert een efficiënte en stimulerende werk- en leeromgeving naar aanpak, tijd en ruimte in de stagesetting als reële beroepscontext met voldoende aandacht voor administratieve taken;

De leraar als innovator/onderzoeker:
is op de hoogte van en integreert vernieuwende tendensen en onderzoeksresultaten binnen zijn vakdomein, reflecteert kritisch op zijn eigen functioneren en stuurt zichzelf bij;

De leraar als partner van ouders/verzorger:
informeert zich over en gaat discreet om met gegevens over de leerlingen in de stagecontext;

De leraar als lid van een schoolteam:
functioneert teamgericht, maakt de eigen pedagogische en (vak)didactische aanpak bespreekbaar en participeert op een dynamische en ondernemende manier aan het pedagogisch project van de school;

De leraar als partner van externen:
waar van toepassing: zet de juiste communicatieve vaardigheden in om op een efficiënte en correcte manier met externe gesprekpartners om te gaan;

De leraar als lid van een onderwijsgemeenschap:
neemt op de stageschool deel aan gesprekken over onderwijskundige thema’s en de rol van de leraar in de samenleving;

De leraar als cultuurparticipant:
informeert zich over en reflecteert op een kritische manier op sociaal-politieke, sociaal-economische, levensbeschouwelijke, cultureel-esthetische en cultureel-wetenschappelijke onderwerpen die tijdens de stage relevant zijn.

Beroepsattitudes:
- beslissingsvermogen
- relationele gerichtheid
- kritische ingesteldheid
- leergierigheid
- organisatievermogen
- zin voor samenwerking
- verantwoordelijkheidszin
- flexibiliteit

Praktijk Afstudeerstage omvat negen stageweken, waarvan zeven weken didactische stage in het secundair onderwijs en twee weken didactische stage binnen een specifieke context (BuSO, OKAN, ION, basiseducatie ...).  Studenten PK hebben naast de acht weken stage in het secundair onderwijs voor het andere onderwijsvak acht weken PK stage in een andere setting buiten het onderwijs.

Tijdens de stage op een secundaire school nemen studenten een schoolopdracht op die een werklast vertegenwoordigt van 38 uren per week (voor PK: 19 uren per week): lesopdracht, mesotaken, observatie, assistent-teaching, reflectieopdrachten en lesgeven aan buitenlandse studenten kunnen deel uitmaken van de opdracht.
Na de stageperiode gaan er sessies door om de brug met het werkveld te maken.

Na 17 september kunnen studenten zich niet meer aanmelden voor het traject in afstandsonderwijs

De student is verplicht zijn afwezigheid te melden en te verantwoorden zoals beschreven in het Studiecontract van de Arteveldehogeschool. Meer concrete informatie over te verantwoorden afwezigheden is te vinden in de studiewijzer van dit olod/deze leereenheid.

De onderwijs- en evaluatie-organisatie zal verlopen zoals op deze ECTS-fiches is vermeld, tenzij maatregelen moeten genomen worden ten gevolge van een overmachtssituatie en zodoende er andere onderwijs- en evaluatievormen zullen gehanteerd worden.

Afspraken:
De opleiding verwacht dat de student zich ten volle engageert om alle praktijkactiviteiten optimaal te volbrengen. Concreet betekent dit:
- dat de student de algemene afspraken m.b.t. praktijk grondig doorneemt (Dinar)
- dat de student alle informatie op het digitaal leerplatform (Canvas) tijdig en grondig doorneemt (de handleiding praktijk schijf 3, documenten...) en de afspraken hieromtrent opvolgt (contactmomenten...); 
- dat de student aanwezig is op alle praktijkactiviteiten;
- dat de student, ingeval van afwezigheid, zo snel mogelijk de stagebegeleider en de stageschool verwittigt en de regeling volgt rond afwezigheden;
- dat de student na een gewettigde afwezigheid zelf het initiatief neemt om de betrokkenen te contacteren om afspraken te maken i.v.m. het inhalen van de gemiste praktijkactiviteiten;
- dat de student zijn digitaal dossier volledig en tijdig bijwerkt;
- dat de student zich tijdens alle praktijkactiviteiten gedraagt als een toekomstig leraar. 

Consequenties:
- de verschillende praktijkactiviteiten worden beschouwd als een evenwichtig, samenhangend en gradueel opgebouwd geheel;
- de student moet deelnemen aan alle activiteiten binnen elk opleidingsonderdeel praktijk. Indien dit niet het geval is, wordt dit opleidingsonderdeel als onvolledig beschouwd. Enkel in geval van gewettigde afwezigheid wordt een uitzondering gemaakt. In dat geval bekijkt de teamleider praktijk, in samenspraak met het opleidingshoofd, het afgelegde traject;
- er is geen tweede examenkans voorzien voor Praktijk Afstudeerstage.

Opgelet: Concretisering van de organisatie voor het onderwijsvak PK vind je in de handleiding van het betrokken onderwijsvak (Canvas).

Studenten die praktijk Afstudeerstage opnemen in het herfstsemester en niet slagen, kunnen praktijk Afstudeerstage niet opnemen in het lentesemester van hetzelfde academiejaar.