Academiejaar
2024-25
Komt voor in:
- Educatieve bachelor in het secundair onderwijs, trajectschijf 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
6 studiepunten
Omschrijving volgtijdelijkheid
Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Totale studietijd: 140,00 uren
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2025 (georganiseerd in semester 2)
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
- examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
- examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Docenten: Jossels Daan, Strobbe Ilse, Van Uytvanck An
Taalvak: Ja, Nederlands
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 4
Leerresultaten en -doelen (lijst)
Code | Omschrijving | Niveau | Categorie |
OSO/0301 | OLR3-E1 De student beheerst de relevante domeinspecifieke, vakinhoudelijke en vakdidactische expertise die nodig is in een afgebakende situatie. | Leerdoel Elementair | ALG |
OSO/0302 | OLR3-E2 De student beheerst de correcte vakterminologie die nodig is in een afgebakende situatie. | Leerdoel Elementair | ALG |
OSO/0306 | OLR3-V2 De student heeft bij de domeinspecifieke, vakinhoudelijke en vakdidactische expertise aandacht voor de internationale context. | Leerdoel Verdiepend-Verbredend | ALG |
OSO/0309 | OLR3-V5 De student kan fundamentele assumpties aangaande het mens- of wereldbeeld binnen zijn vakgebied expliciteren en deze in een historische en culturele context plaatsen. | Leerdoel Verdiepend-Verbredend | ALG |
Omschrijving Doelstellingen
De student leest literaire werken uit verschillende periodes (OLR3-E1)
De student beschrijft de aan bod gekomen stijlrichtingen, auteurs en titels. (OLR3-E1)
De student illustreert de kenmerken van elke stijlrichting aan de hand van concrete voorbeelden. (OLR3-E1)
De student definieert de in de syllabus opgenomen literaire terminologie, situeert ze in de literatuurgeschiedenis en past ze toe bij ongeziene teksten. (OLR3-E2, OLR3-E1)
De student verwerkt de inhoud van een gelezen werk op een creatieve wijze. (OLR3-E1, OLR3-V5)
De student schrijft een waardeoordeel over een gelezen werk. (OLR3-E1, OLR3-E2)
De student brengt hedendaagse literatuur in verband met de historische voorgangers. (OLR3-V5)
De student decodeert de theatertaal. (OLR3-E1, OLR3-E2)
De student herkent aan de hand van concrete voorbeelden de stijlrichting. (OLR3-E1)
De student toont aan dat alle kunst (en niet enkel literatuur) een 'kind is van haar tijd', de student kan m.a.w. kunst en historische context linken. (OLR3-V5, OLR3-V2)
De student past de verhaalanalyse toe. (OLR3-E1, OLR3-E2)
De student formuleert een waardeoordeel op basis van een grondige argumentatie en kan deze toetsen aan recensies en commentaren van anderen. (OLR3-E1, OLR3-E2, OLR3-V5)
De student beheerst de technieken om bezielend te spreken voor een groep. (OLR3-E1)
De student uit zich expressief in begrijpelijk, gepast en aantrekkelijk Standaardnederlands. (OLR3-E1)
De student reflecteert kritisch op het eigen taalgebruik en dat van anderen. (OLR3-E1)
De student past theatertaal- en technieken toe in een zelf te spelen voorstelling. (OLR3-E1)
Omschrijving Inhoud
De student leest literaire werken uit verschillende periodes (OLR3-E1)
De student beschrijft de aan bod gekomen stijlrichtingen, auteurs en titels. (OLR3-E1)
De student illustreert de kenmerken van elke stijlrichting aan de hand van concrete voorbeelden. (OLR3-E1)
De student definieert de in de syllabus opgenomen literaire terminologie, situeert ze in de literatuurgeschiedenis en past ze toe bij ongeziene teksten. (OLR3-E2, OLR3-E1)
De student verwerkt de inhoud van een gelezen werk op een creatieve wijze. (OLR3-E1, OLR3-V5)
De student schrijft een waardeoordeel over een gelezen werk. (OLR3-E1, OLR3-E2)
De student brengt hedendaagse literatuur in verband met de historische voorgangers. (OLR3-V5)
De student decodeert de theatertaal. (OLR3-E1, OLR3-E2)
De student herkent aan de hand van concrete voorbeelden de stijlrichting. (OLR3-E1)
De student toont aan dat alle kunst (en niet enkel literatuur) een 'kind is van haar tijd', de student kan m.a.w. kunst en historische context linken. (OLR3-V5, OLR3-V2)
De student past de verhaalanalyse toe. (OLR3-E1, OLR3-E2)
De student formuleert een waardeoordeel op basis van een grondige argumentatie en kan deze toetsen aan recensies en commentaren van anderen. (OLR3-E1, OLR3-E2, OLR3-V5)
De student beheerst de technieken om bezielend te spreken voor een groep. (OLR3-E1)
De student uit zich expressief in begrijpelijk, gepast en aantrekkelijk Standaardnederlands. (OLR3-E1)
De student reflecteert kritisch op het eigen taalgebruik en dat van anderen. (OLR3-E1)
De student past theatertaal- en technieken toe in een zelf te spelen voorstelling. (OLR3-E1)
Omschrijving Studiematerialen (lijst)
Omschrijving Onderwijsorganisatie (lijst)
Omschrijving Onderwijsorganisatie (tekst)
Raadpleeg de studiewijzer voor meer details over de onderwijsorganisatie en onderwijswerkvormen in dit opleidingsonderdeel.
In het kader van blended learning bereid je de lessen en coachingsessies grondig voor.
Omschrijving Evaluatie (lijst)
Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
tweede examenperiode binnen examenrooster | Mondeling | 70,00 | Literatuurgeschiedenis + lectuuropdrachten |
tweede examenperiode buiten examenrooster | Werkstuk | 30,00 | Analyse literaire werken, theatertaal |
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
derde examenperiode binnen examenrooster | Mondeling | 70,00 | Literatuurgeschiedenis + lectuuropdrachten |
derde examenperiode binnen examenrooster | Werkstuk | 30,00 | Analyse literaire werken, theatertaal |
Omschrijving Evaluatie (tekst)
Raadpleeg de studiewijzer voor meer details over de evaluatie en andere afspraken in dit opleidingsonderdeel.
Afwezigheid wettigen
Actieve deelname aan extra-murosactiviteiten (theater, literair programma) is noodzakelijk aangezien deze sessies (een deel van de) evaluatie bevatten.
In dit opleidingsonderdeel wordt permanente evaluatie aangewend. Elke afwezigheid moet gewettigd worden.